Carlo Ancelotti, zijn laatste Europese hoofdstuk in Madrid?

Zal Real Madrid, onder leiding van Carlo Ancelotti, de 3-0 nederlaag uit de heenwedstrijd tegen Arsenal moeten goedmaken? Of zelfs overtreffen — om verder te gaan in deze Champions League 2025.

In slechts 17 minuten ging Real Madrid vorige dinsdag volledig ten onder in Londen tijdens de heenwedstrijd van de kwartfinale van de Champions League 2025. Arsenal sloeg toe via Declan Rice (58e en 70e minuut) en Mikel Merino (75e minuut).

Toegegeven, de geschiedenis van de Merengues zit vol met onwaarschijnlijke ommekeren. Maar je moet teruggaan naar de jaren 80, toen de UEFA Cup nog bestond, om te zien dat Real drie doelpunten of meer goedmaakte: in 1986 tegen Moenchengladbach (5-1 in Duitsland, 4-0 thuis, dankzij het belangrijke uitdoelpunt), en in 1985 tegen Anderlecht (3-0 in België, daarna 6-1 in Madrid), waarbij de Brusselaars vergaten te voetballen in het Bernabéu. Dat is veertig jaar geleden…

Met andere woorden, het zou goed kunnen dat één man woensdag afscheid neemt van Europa aan het hoofd van zijn Real: Carlo Ancelotti. Op 65-jarige leeftijd zou de geboren Italiaan uit Reggiolo aan het einde van dit seizoen met pensioen kunnen gaan. Xabi Alonso wordt genoemd als mogelijke opvolger na een seizoen waarin Real het kampioenschap waarschijnlijk aan Barça zal moeten laten — een Barça dat het ook in de finale van de Copa del Rey zal treffen.

Een schitterende carrière als speler voor Carlo Ancelotti

Als middenvelder speelde Carlo Ancelotti voor drie clubs: Parma (1975-1979), AS Roma (1979-1987) en AC Milan (1987-1992). Met Roma werd hij kampioen van Italië in 1983, haalde hij de finale van de Europacup I in 1984 (waar hij ontbrak tegen Liverpool) en won hij vier nationale bekers. In het grote Milan van Berlusconi’s tijd won hij twee keer de Serie A (1988 en 1992), twee keer de Europacup I (1989 en 1990), twee keer de wereldbeker voor clubteams (1989 en 1990) en twee keer de Europese Supercup (1989 en 1990).

Met de Italiaanse nationale ploeg had hij minder geluk. Hoewel hij 26 keer werd geselecteerd, miste hij om uiteenlopende redenen de grote internationale toernooien van de jaren ’80 en ’90.

Een coach van superlatieven: het palmares van Carlo Ancelotti

Eerste uitdagingen in de Serie A: Parma en Juventus

Als slimme man ging Ancelotti na zijn pensioen als speler op 33-jarige leeftijd eerst aan de slag als assistent van bondscoach Arrigo Sacchi tussen 1992 en 1995. Vervolgens werd hij hoofdtrainer bij Reggiana. Daar promoveerde hij meteen naar de Serie A na een derde plaats in de Serie B.

Bij Parma behaalde hij in 1997 het beste resultaat uit de clubgeschiedenis: tweede plaats achter Juventus. In januari 1999 volgde hij Marcello Lippi op bij Juventus. Hij bleef er tweeënhalf jaar en werd tweemaal vicekampioen, achter Lazio en daarna AS Roma.

AC Milan: de bekroning van Carlo Ancelotti

Zijn terugkeer naar AC Milan in november 2001 werd onthaald als die van een messias. Hij bleef acht seizoenen en kende vele successen. In 2003 won hij de dubbel: de Italiaanse beker en de Champions League. In 2004 volgde de landstitel. En in 2007 won hij opnieuw de Champions League, nadat hij in 2005 nog in de finale verloor.

Engeland en Frankrijk: nationale successen, Europese dromen

Toen zijn ster begon te tanen, trok Ancelotti in 2009 naar Chelsea, onder voorzitterschap van Abramovitsj. Daar won hij in 2010 de dubbel (beker en landstitel) met een Chelsea dat dat seizoen een recordaantal van 103 doelpunten maakte in de Premier League. In 2011 werd hij ontslagen en trok hij naar Parijs, waar het Qatarese PSG droomde van de Champions League. In 2012 werd PSG vicekampioen van Frankrijk en in 2013 behaalde het de landstitel — maar nog steeds geen Europese triomf.

Real Madrid: de vervulde droom

In juni van dat jaar ging een droom in vervulling: hij volgde José Mourinho op bij Real Madrid. Zijn eerste passage was een succes: Copa del Rey, Champions League, UEFA Supercup en het WK voor clubs in 2014. In mei 2015 slaagde Real er nét niet in om prijzen te pakken en werd hij ontslagen. In december werd hij door Bayern aangekondigd als trainer voor het volgende seizoen. Hij volgde er Pep Guardiola op en voegde een Duitse Supercup en de 27e landstitel van Bayern toe aan zijn palmares in 2016.

Na zijn ontslag in september 2017 ging hij naar Napoli, waar hij als tweede eindigde in de Serie A. In 2019 tekende hij een vijfjarig contract bij Everton als manager.

Definitief Don Carlo worden

Maar in 2021 kwam Real opnieuw aankloppen. Ancelotti kon het niet weigeren. Als “Carletto” is hij geliefd, maar “Don Carlo” zou nog beter staan op zijn visitekaartje bij zijn pensioen.

En daarvoor zorgde hij er in 2022 voor dat Real een 14e Champions League won, plus de landstitel. Het volgende seizoen begon met winst in de Europese Supercup. In november 2023, na een 3-0 overwinning tegen Braga, werd hij de trainer met de meeste overwinningen in Europese competities (116). In 2024 won hij nog een titel met Real én zijn vijfde Champions League als coach.

Andere records? Hij is de eerste coach die een ploeg naar de halve finale van de Champions League leidde in vier verschillende decennia. De eerste persoon, speler of coach, die een Champions League won in vijf opeenvolgende decennia, sinds de jaren 80. En tot slot: hij is de eerste coach die een landstitel won in elk van de vijf grote Europese competities.

Met andere woorden: woensdag verwacht Ancelotti het beste van zijn spelers, ondanks de statistieken die hen slechts 4% kans geven om de situatie nog om te keren. Maar de geschiedenis van Real Madrid heeft al vaak genoeg bewezen dat onmogelijk geen Spaans woord is — en zeker niet in Madrid.

Carlo Ancelotti heeft al vaker het onmogelijke waargemaakt. Denk jij dat hij ook deze keer Arsenal kan verrassen? Zet nu je eerste weddenschap in met onze welkomstpromo voor nieuwe klanten en beleef de spanning van de match gewoon vanuit je zetel! 👇