Belgisch wielrennen: medaillekansen op de Olympische Spelen

De Olympische Spelen van Parijs beginnen over 233 dagen. Vorige week zette Belgian Cycling zijn ambities voor het evenement uiteen. Op de generale repetitie voor de Wereldkampioenschappen Super in Glasgow afgelopen augustus won België elf medailles. Zes op de weg, vijf op de baan en vier in Olympische disciplines. Deze veelbelovende prestaties van de Belgische wielrenners hebben het optimisme in de aanloop naar de zomer van 2024 versterkt. Het ambitieuze doel is om drie medailles te winnen, zoals een eeuw geleden in Parijs. Een uitdaging die nog steeds een record is dat de Belgische federatie stiekem wil overtreffen.

Lotte Kopecky, de speerpunt voor het Belgisch wielrennen

Om deze ambities waar te maken, is het noodzakelijk dat de grote namen in het Belgische wielrennen, zoals Remco Evenepoel en Wout van Aert, in topconditie blijven tot aan de Spelen. Ondanks de aanwezigheid van deze prestigieuze namen, is het Lotte Kopecky die de vlag van het Belgische wielrennen zal dragen in Parijs. Als tweevoudig winnares van de Ronde van Vlaanderen is zij een atlete die zowel op de weg als op de baan kan schitteren.

De tweevoudig winnares van de Ronde van Vlaanderen zal een van de kanshebbers zijn in de wegwedstrijd, maar haar grootste kans op een medaille blijft in het omnium. Hoewel ze in deze discipline nog tot wereldkampioen gekroond moet worden, heeft ze al twee medailles op haar naam staan, zilver in Roubaix in 2021 en brons in Glasgow in 2023. Het vraagteken betreft de Madison. Alles hangt af van de uitspraak in de zaak Shari Bossuyt. Ter herinnering, haar partner testte positief op letrozol tijdens de laatste Tour de Normandie. In het geval van een schorsing zal Lotte Kopecky niet deelnemen.

Op de baan heeft België ook hoop op een medaille in de mannen Madison. In Glasgow verloor het Belgische duo Robbe Ghys en Lindsay De Vylder een podiumplaats in de eindsprint. Het bewijs dat ze een kans maken op een van de top drie plaatsen. De exacte samenstelling van het duo valt nog te bezien, want Fabio Van Den Bossche blijft een kandidaat, op basis van zijn podium in de puntenkoers in Schotland. Tot slot, in de keirin, als Nicky Degrendele terugkeert naar haar beste vorm, zou ze spelbreker kunnen zijn.

Wout van Aert en Remco Evenepoel voor de weg

Terwijl de verwachtingen hooggespannen zijn op de baan, blijft de weg het enige gebied waar België zich geen fouten kan veroorloven. Het onbetwiste duo van Remco Evenepoel en Wout van Aert zal deelnemen aan de tijdritten en de wegwedstrijd. De twee speerpunten zullen een verschillende voorbereiding hebben. Wout van Aert neemt deel aan de Giro d’Italia, terwijl Remco Evenepoel uit de Tour de France komt. “De eerste is misschien meer geïnteresseerd in tijdritten en de tweede in de wegwedstrijd. Persoonlijk zou mij dat goed uitkomen”, zegt bondscoach Sven Vanthourenhout. Wouts frisheid zou een voordeel kunnen zijn in de tijdrit, terwijl Remco Evenepoels ervaring in de Tour de France in zijn voordeel zou kunnen werken in de 273 kilometer lange wegwedstrijd.

Terwijl Wout van Aert en Remco Evenepoel verzekerd zijn van hun plaatsen in Parijs, valt het nog te bezien wie hen zal vergezellen. Ter herinnering, België kan slechts vier renners selecteren en twee tactieken worden overwogen. “Voor de Olympische Spelen hebben we een selectiestrategie nodig en dat moet de juiste zijn. Met vier renners is dat veel minder dan normaal. We moeten de juiste puzzelstukjes in elkaar passen. Mijn huidige visie is om met vier renners te gaan. Ze kunnen mogelijk een medaille winnen, of we kunnen gaan voor twee favorieten en twee luxe ploegmaats.

In totaal hoopt Belgian Cycling 20 atleten te sturen, of vijf meer naar Tokio. Vier mannen en vier vrouwen op de weg, vier mannen voor de ploegenachtervolging (waarvan twee voor de Madison), twee vrouwen op de Madison, één sprinter voor de keirin, twee mannen en één vrouw in het mountainbiken (Jens Schuermans, Pierre De Froidmont en Emeline Detilleux), één man en één vrouw in BMX (Ruben Gommers en Elke Vanhoof). Dat zou al een prestatie op zich zijn.