Lessen uit Parijs-Nice en Tirreno-Adriatico

Zowel in Frankrijk als in Italië kunnen Parijs-Nice en Tirreno-Adriatico worden samengevat als twee kolossen van het peloton. Visma/Lease a Bike en UAE-Team Emirates, met telkens een duel in het voordeel van de Nederlandse geel-zwarten. Slechts één renner durfde deze felle strijd aan: Remco Evenepoel. De Belg, hoewel opmerkelijk in Parijs-Nice, was niet in staat om de overhand te krijgen over zijn rivalen. Ladbrokes News neemt deze twee epische gevechten onder de loep.

Jonas Vingegaard nog steeds boven de rest

In Tirreno-Adriatico suggereerde Juan Ayuso’s oogverblindende overwinning in de eerste tijdrit een gevecht met Jonas Vingegaard. De Deen bevestigde echter zijn suprematie vanaf de eerste beklimmingen. Niemand kon zijn hectische tempo bijhouden tijdens zijn aanvallen.

Hoewel het jonge goudklompje Juan Ayuso veelbelovend is, heeft hij nog wat werk te doen. Zeker als hij een serieuze uitdaging wil aangaan voor de Tour de France-titel. Deze wedstrijd onthulde het cruciale belang van Tadej Pogacar binnen de Emirati-ploeg, de enige renner die het op kan nemen tegen de tweevoudig Tour de France-kampioen.

Roglic (nog) niet bij de les

In Parijs-Nice verwachtte iedereen dat hij het duel Remco Evenepoel/Primož Roglic zou arbitreren. De clash tussen de twee leiders kwam er niet. Vanaf de eerste etappe leek de Sloveen machteloos tegenover de aanvallen van de Belg.

De ploegentijdrit van Bora-Hansgrohe werd slecht verreden, een teken dat hun automatismen nog niet perfect waren afgesteld. Het probleem zat echter dieper: Primož Roglic was gewoon niet op de top van zijn kunnen.

Matteo Jorgenson, een luxe ploegmaat voor de volgende Tour

Remco Evenepoel had de elementen en de concurrentie tegen zich. Soudal-Quick Step werd afgeremd door de regen in de ploegentijdrit. Hij maakte ook enkele tactische fouten, met name door de aanval van het trio (McNulty-Jorgenson-Skjelmose) niet te volgen. In de slotetappe nam hij ook Matteo Jorgenson in de leunstoel. Hoewel de Belgische kampioen zijn moed toonde, misten zijn aanvallen scherpte. Het was bijna alsof hij een sterke comeback van Roglic vreesde. Remco Evenepoel was niet op 100% (zonder hoogtestage) in vergelijking met Matteo Jorgenson, die van de Race naar de Zon zijn hoofddoel had gemaakt.

De Amerikaan bouwde zijn overwinning op zoals een vogel zijn nest bouwt. Beetje bij beetje wist hij zichzelf in een gunstige positie te brengen. Met slechts vier seconden achterstand op Brandon McNulty aan het begin van de laatste etappe, hoefde hij alleen maar zijn landgenoot van zich af te schudden en vervolgens Remco Evenepoel in te halen. De Visma-Lease a Bike-rijder had niet de minste moeite om in het kielzog van de Belg te volgen. De Amerikaan heeft weer een bocht gemaakt en bewijst een waardevolle ploegmaat te zijn voor Jonas Vingegaard in de volgende Tour de France. Zou hij hebben gewonnen als de etappe van zaterdag niet zonder de Colmiane (7,5 km aan 7,1%) en de klim naar Auron (7,3 km aan 7,2%) was geweest? De vraag is de moeite waard.

Een leertijd voor Remco Evenepoel

Voor de tweede keer dit seizoen heeft Remco Evenepoel rivalen gevonden die hem kunnen evenaren op hobbelige finishes. Daniel Felipe Martinez in de Algarve en Matthias Skjelmose in Parijs-Nice. Hij zal moeten verbeteren om de versnelling van Jonas Vingegaard en Tadej Pogacar te evenaren. Parijs-Nice blijft een interessant laboratorium. Hij was niet in staat om de gele trui te verdedigen. Hij kon tactisch een paar dingen leren. De Belgische renner zal zich waarschijnlijk in een vergelijkbare situatie bevinden in de volgende Tour de France.

Soudal-Quick Step zal niet de last van de wedstrijd hoeven dragen. Het is aan hem om een defensief plan aan te nemen om te voorkomen dat hij voor de laatste etappe in Nice wegvalt in het algemeen klassement. De Ronde van het Baskenland begin april, met Remco Evenepoel, Primoz Roglic en Jonas Vingegaard, zal verdere aanwijzingen geven over de vorm van deze kampioenen. Positief is dat Jonas Vingegaard vorig jaar werd verslagen in Parijs-Nice voordat hij de Tour de France verpletterde. Remco is op de goede weg.

Een door elkaar geschudde sprinthiërarchie

Jasper Philipsen (Alpecin-Deceuninck) mag dan de baas zijn geweest over het sprintpeloton in 2023, maar die status wordt nu betwist aan het begin van het seizoen. Jonathan Milan versloeg hem twee keer in Tirreno-Adriatico en bewees daarmee zijn aanspraak op de top van de wereldhiërarchie. Tim Merlier blijft, ondanks een tactische fout in de eerste sprint, vrijwel ongeslagen sinds het begin van het seizoen. Olav Kooij baarde ook opzien in Parijs-Nice en toonde zijn superioriteit in pure snelheid. Gelukkig voor Jasper Philipsen zal geen van deze drie sprinters deelnemen aan de volgende Tour de France.