De verschillen tussen de Vlaams- en Ardense klassiekers

Het seizoen van de klassiekers is gewend om zich op te splitsen in twee verschillende blokken. De Flandriennes naar Parijs-Roubaix voor de Ardennen naar Luik-Bastenaken-Luik. De overgang tussen deze soorten wedstrijden brengt zijn eigen deel van veranderingen met zich mee.

We zijn nog ver verwijderd van de zomer, maar de lente van het wielrennen is al in volle gang. Deze woensdag markeerde de Flèche brabançonne een verandering voor de klassiekers. De kasseien en krachtige renners maken plaats voor straffere renners. Dit is logisch gezien het verschil in parcours, hoewel sommige renners het graag op beide proberen. Met of zonder succes. Niet iedereen is Mathieu Van der Poel.

Van de kasseien van Parijs-Roubaix naar de lange beklimmingen van Luik-Bastenaken-Luik

Het grootste verschil tussen de Flandriennes en de Ardennaises is natuurlijk de route die het peloton krijgt aangeboden. Op de eerste zijn de kasseien vaak koning. Het is zelfs de vrederechter. Vanaf de seizoensopening van het Nieuwsblad moet je eraan wennen. De beklimmingen zijn over het algemeen korter en onregelmatiger dan die in het zuiden van het land. Hierdoor kunnen sommige zwaardere renners de hobbels nemen met kracht in plaats van snelheid. Sommige van de snellere renners slagen erin om lang vol te houden en een goede plaats te veroveren. Zoals Luca Mozzato, tweede in de Ronde van Vlaanderen.

Behoudens een verrassing is een dergelijke prestatie bijna onmogelijk op de Ardennen. De helling is veel groter en de beklimmingen zijn langer. Dit is in het voordeel van lichtere renners die gewend zijn om te trappen in de bergen. Het is geen toeval dat veel van de kanshebbers voor de overwinning in deze wedstrijden dezelfde zijn als in de Tour van juli.

Klimmers op de Ardennen

Op een paar uitzonderingen na zijn er maar weinig renners die beide soorten klassiekers in hetzelfde jaar willen winnen. Sommigen hebben geschitterd in het noorden en het zuiden, maar vaak met een paar jaar tussen hun respectieve heldendaden. Het is duidelijk dat talenten als Tadej Pogacar en Mathieu Van der Poel deze theorie in twijfel trekken, maar ze zijn zeldzaam. Aangezien de Flèche brabançonne een overgangskoers is, zijn er drie echte Ardennen.

De Amstel trapt zondag de vijandelijkheden af aan de andere kant van de Nederlandse grens. De Waalse Pijl volgt op woensdag voor de Doyenne op zondag. Drie wedstrijden in één week. Voor renners die gewend zijn aan etappekoersen en voorbereiding op hoogte, is dit geen grote aanpassing aan de kalender. Dat is ongetwijfeld ook wat hen aantrekt. Ze vinden het een ideaal speelterrein om aan hun explosiviteit te werken.

Klassiekers: meer zenuwen op de Flandriennes

De fysionomie van de wedstrijden is ook heel anders. De smalle, bochtige Vlaamse heuvels dwingen het peloton om te racen voor positie. Er was veel nervositeit en er waren veel valpartijen. Schade die ook voorkomt op de Ardennen, maar minder vaak. Lekke banden zijn ook zeldzamer. Een renner verliest eerder een Flandrienne door mechanische problemen dan een Ardennaise.

De koersen zijn ook minder onsamenhangend en duidelijker op de Ardennen. Bij de Flèche is er vaker een wedstrijd dan bij de Mur de Huy. De Amstel en Luik-Bastenaken-Luik daarentegen slijten de renners en lokken selectie uit de achterhoede uit, tot aan de opklaringen tussen de besten. Al deze verschillen dragen bij aan de charme van een overgang die de verdienste heeft de volgers een boost te geven. Zelfs als de winnaar dit jaar misschien niet van race naar race verandert.

Beleef de spanning van de Ardennen klassiekers met Ladbrokes.be!