Besnik Hasi: vechten tegen de klok

De tijd dringt voor Besnik Hasi om op 4 mei in het Koning Boudewijnstadion met een écht competitief Anderlecht voor de dag te komen tegen Club Brugge. De Kosovaar probeert Sporting te veranderen, maar dat gaat moeizaam.

Besnik Hasi, kampioen als speler met Anderlecht in de jaren 2000 in de mooie tijd, maar ook als assistent en later hoofdcoach in 2014, had niet verwacht dat hij een RSCA in zo’n slechte staat zou aantreffen toen hij besloot de fakkel over te nemen van David Hubert, net voor de start van de play-offs.

De Kosovaar gaf het zelf onmiddellijk toe: hij was verrast door het gebrek aan vertrouwen binnen de ploeg, tot het punt dat zijn spelers systematisch kozen voor terugspeelballen in plaats van vooruit te spelen.

Terug naar een viermansverdediging na een driemansdefensie die niet overtuigde

Hasi wilde, geconfronteerd met een team in crisis, eerst en vooral de organisatie weer op punt zetten. Daarom koos hij voor een terugkeer naar een systeem met drie centrale verdedigers, waarbij flankspelers Angulo en Maamar de zijkanten moesten aflopen. Bij balverlies werd dat een vijfmansmuur.

Maar dat tactisch plan werkte niet. Toegegeven: de Mauves moesten hun drie eerste play-offwedstrijden spelen tegen de drie sterkste teams van het kampioenschap: uit bij Brugge, thuis tegen Genk en tegen Union. En dat met spelers – Angulo in het bijzonder – die niet gemaakt zijn voor de rol die hen werd opgelegd. Bovendien waren er nog altijd veel geblesseerden en spelers die ritme misten omdat ze net terug waren uit blessure. Na een zorgwekkende 0 op 9, keerde Besnik Hasi terug naar een viermansverdediging die de nul hield tegen Antwerp. Het was verre van briljant, maar het gaf achterin al meer houvast, met een wedstrijdslot waarin de intensiteit beter was.

Renard verkiest een coach die vuur brengt boven een te rustige T1, maar sommige spelers worden niet gespaard

De Anderlechtspelers zetten hun zoektocht verder tegen Gent, en zullen dat zondag opnieuw proberen in de Ghelamco Arena, in een opnieuw cruciale wedstrijd in de strijd om plaats vier. Die vierde plaats is essentieel voor een Europees ticket. Al is het natuurlijk vooral de bekerfinale van 4 mei die alle aandacht opeist in het Astridpark.

Is het wel realistisch voor de Brusselaars om op een mirakel te hopen tegen het oppermachtige Club Brugge? “In één wedstrijd is alles mogelijk,” klinkt het achter de schermen. In de hoofdstad heerst het Coué-principe.

Hasi probeert intussen het moeilijke evenwicht te vinden tussen zijn gekende hoge eisen en de noodzaak om het zelfvertrouwen van de groep – dat tot een dieptepunt is gezakt – weer op te bouwen. Met grinta, woede en inzet: de Anderlechtcoach geeft zelf het voorbeeld aan de zijlijn. Dat zit in zijn natuur, en Olivier Renard gaf bij zijn aanstelling zelfs aan dat Hasi vooral zichzelf moest blijven. “Ik verkies een coach die wat té nerveus is en vuur in de ploeg steekt boven een coach die te rustig is,” zei de sportief directeur van Sporting, waarmee hij tegelijk een sneer gaf naar David Hubert.

Maar overdrijft Besnik Hasi soms niet wat in zijn aanpak bij deze eerder timide groep? Zelfs op training vragen sommige spelers zich af wat hen overkomt. In zijn mediacommentaren is hij de laatste tijd iets milder geworden. Na het gelijkspel tegen Antwerp zei hij bijvoorbeeld dat hij zijn spelers niets kon verwijten “omdat ze tot het einde alles hebben gegeven om te winnen.”

Besnik Hasi vraagt altijd meer, maar moet waken over het aantal geblesseerden

Zal Hasi in zijn opzet slagen om Anderlecht op 4 mei tot het uiterste te brengen in het Koning Boudewijnstadion? Dat blijft zeer de vraag. De tijd dringt. En het is zeker geen voordeel dat spelers als Vertonghen en Stroeykens ontbreken. De wintervertrekken van Amuzu en Dreyer hebben RSCA bovendien beroofd van de weinige spelers die diepgang kunnen brengen. Edozie en Angulo? Ze hebben de kwaliteiten, maar niet de regelmaat. Besnik Hasi weet dat, maar hij heeft geen andere keuze dan hen – op z’n minst gedeeltelijk – te vertrouwen.

De Anderlechtcoach, die volgend seizoen waarschijnlijk niet meer aan het roer staat, heeft nog vijftien dagen om het onmogelijke te realiseren. Hij schudt bewust iedereen door elkaar om elke speler uit zijn comfortzone te halen. De bedoeling is lovenswaardig en begrijpelijk. Maar hij moet er ook over waken dat hij niet te veel vraagt van een kleedkamer waarvan de fysieke paraatheid niet bepaald de grootste troef is. Dit is niet het moment om nog meer blessures te betreuren.

soortgelijke artikelen

Hyeon-gyu Oh, de offensieve joker van Genk die blijft verbazen

Kamiel Van de Perre, het rijzende talent bij Union Saint-Gilloise

Noah Adedeji-Sternberg: het nieuwe drienationale talent van Genk

ONZE SOCIALE MEDIA

;