De top 5 landen die het meest vertegenwoordigd zijn in de JPL

Als springplankkampioenschap bij uitstek blijft de JPL veel buitenlandse spelers aantrekken. Bijna 60% van de spelers die in 1A spelen, zijn geen Belgen. Maar welke nationaliteiten zijn het meest vertegenwoordigd in onze geliefde Jupiler Pro League?

Top 5-nationaliteiten in de JPL

Het is niet altijd gemakkelijk voor Belgische spelers om een plaats te vinden in de Jupiler Pro League. Met bijna 60% buitenlanders in de selectie van de 16 1A-clubs is de Pro League in handen (of voeten) van expats. Er zijn maar liefst zeventig verschillende nationaliteiten. Van de meest exotische tot de meest traditionele. Maar welke nationaliteiten hebben de meeste vertegenwoordigers in de JPL?

1. Frankrijk

Op het eerste gezicht lijkt het misschien niet zo. Maar het zijn de Fransen die het talrijkst zijn op het JPL-veld. Ze zijn met 27, goed voor 10% van het totale aantal buitenlandse spelers in België. Dat is een enorm aantal.

Het boegbeeld van deze blauw-wit-rode-kolonie is niemand minder dan Antwerp-doelman Jean Butez. Hij is de speler met de hoogste marktwaarde, geschat op €8 miljoen volgens Transfermarkt. De ploeg met de meeste Franse spelers in de boeken is Cercle (6), gevolgd door RWDM (4). De connecties van de clubs met clubs in Frankrijk (Monaco voor Cercle, Lyon voor RWDM) verklaren deze sterke aanwezigheid.

Franse spelers zijn ook te vinden bij een aantal andere clubs uit de Jupiler Pro League, waaronder Gent, Charleroi, Kortrijk, OHL, Eupen en Anderlecht.

2. Japan

Na de Fransen komen de Japanners op de tweede plaats met 16 vertegenwoordigers. Hiervan speelt de helft, niet verrassend, voor Sint-Truiden. Sint-Truiden is een club in Japanse handen, en de Japanners zullen om zowel sportieve als commerciële redenen hun zinnen hebben gezet op de Japanse markt.

En terwijl in het verleden de Japanse aanwezigheid in België misschien een attractie leek, met spelers van twijfelachtige kwaliteit, is dat nu niet meer het geval. Spelers als Watanabe (Gent), Kawabe (Standard) en Machida (Union) zijn uitstekende voetballers. Terwijl Homma (Club Brugge) en Okazaki (Sint-Truiden) dit seizoen nog geen minuut hebben gespeeld, zijn de anderen onbetwistbare vaste waarden in het eerste elftal of op zijn minst vaste spelers.

3. Ghana

Op de derde plaats staat Ghana met 10 spelers. Met Paintsil en Baah heeft Racing Genk de twee beste Ghanese vertegenwoordigers in de Jupiler Pro League. Als regelmatige Limburgers brengen ze een kolonie mee waar niet iedereen in hetzelfde schuitje zit.

Nuhu (Eupen), Sowah (Standard) en Barnes (Sint-Truiden) zijn de andere Ghanezen die regelmatig spelen. Maar achter hen liggen de zaken een stuk ingewikkelder. Voor de Panda’s is Nurudeen zijn plaats in doel kwijt, terwijl Odoi (Club Brugge), Opoku (OHL), Francis (Cercle) en Ashimeru (Anderlecht) tweede keuzes zijn.

4. Engeland

Dan zijn er nog de Engelsen. Met 10 spelers hebben de onderdanen van Hare Majesteit, net als de Ghanezen, een beetje moeite om hun stempel te drukken op de Belgische competitie. Christian Burgess (Union), Ojo (Kortrijk) en Brown (Gent) – althans tot de blessure van die laatste – zijn de enigen die zich echt hebben gevestigd. Hayden (Standard) is stilaan zijn plaats in de basis kwijtgeraakt, omdat hij het moeilijk vindt om een hele wedstrijd vol te houden.

5. Denemarken

Met hun grote Andersen-kolonie hadden we misschien verwacht de Denen op een hoger niveau te zien. Maar uiteindelijk staan ze op gelijke hoogte met Ghana en Engeland, met 10 spelers in de JPL. Er is echter minder variatie tussen de clubs, met Anderlecht (4) en Club Brugge (3) die het leeuwendeel voor hun rekening nemen. Gent, Westerlo en Charleroi zijn de andere clubs met een Deen in hun gelederen.

En in tegenstelling tot de andere nationaliteiten zijn de Denen allemaal belangrijke spelers in hun teams. Andreas Skov Olsen (Club Brugge) is waarschijnlijk de beste van allemaal, ook al kunnen Dolberg en Dreyer (Anderlecht) hem uitdagen voor de titel.