Alleen RC Doornik (D2) won de beker, de Croky Cup-voorloper

Aanstaande donderdag 9 mei kan Union een nieuwe bladzijde schrijven in de geschiedenis van het Belgische voetbal. De ploeg uit Sint-Gillis kan zijn prijzenkast afstoffen door 110 jaar na de tweede en laatste in haar geschiedenis haar derde Beker van België te winnen. Laten we in de geschiedenis duiken van een trofee die in de loop der jaren heel wat omwentelingen heeft gekend. En hij is maar door één ‘kleine’ club gewonnen, RC Doornik in 1956. Een terugblik…

Wat staat ons te wachten deze donderdag in de Beker?

Het duel tussen Union en Antwerp op donderdag 9 mei in de finale van de Croky Cup, of Belgische beker, zou Sint-Gillis in staat kunnen stellen om opnieuw geschiedenis te schrijven door een derde Belgische beker te winnen na diegene die ze wonnen in… 1913 en 1914.

Zeven jaar eerder werden de fundamenten van de huidige Beker gelegd. Het was nog geen competitie waarin clubs tegen elkaar streden. Maar eerder wedstrijden tussen teams uit provincies waarin clubs bestonden.

Leopold II introduceerde de Beker van België

In 1910 en 1911 werden er geen wedstrijden gespeeld door tijdgebrek en hoge zomertemperaturen in 1911. Tijdens het seizoen 1911-1912 werd de Beker van België, zoals hij vandaag nog steeds heet, gecreëerd op initiatief van Koning Leopold II. De Koning stelde hem in in de plaats van de Coupe des Provinces. In die tijd stond het ook bekend als de Beker van de Koning.

Het werd op een ongebruikelijke manier georganiseerd, met slechts elf clubs uit de Eerste Klasse (van de veertien) en vijf uit de Tweede Klasse (ook van de veertien) die deelnamen aan de nieuwe competitie. Bovendien wordt de beker slechts anderhalve maand gespeeld. RC Bruxelles werd de eerste club die de beker won, maar hun prestatie werd niet opgemerkt door de media vanwege het zinken van de Titanic.

Allereerste dubbel voor Union

In het begin van de eeuw ontstonden er veel nieuwe clubs en de Belgische Union stemde ermee in om de ‘kleintjes’ uit de lagere divisies toe te laten. Het resultaat was 34 teams in plaats van 16 (12 uit D1, 9 uit D2 en 13 uit regionale afdelingen). Deze minder bemiddelde ploegen zullen worden geëlimineerd zodra ze de competitie binnenkomen. Dit in een eerste voorronde die meer lijkt op een slachting om de aanwezigheid van de grote jongens te garanderen dan op iets anders.

In tegenstelling tot vorig jaar zijn de wedstrijden verspreid over het seizoen. Dus het schema is niet overbelast. Aan het einde van de competitie wordt Union SG de eerste club in de geschiedenis van het Belgische voetbal die de dubbel in competitie en beker wint.

Succesvol publiek met 4.000 toeschouwers

In 1913-1914 werden de wedstrijden, in vergelijking met de vorige editie, in de tweede helft van het seizoen gespeeld. Twee clubs werden toegevoegd, wat het totaal aantal deelnemers op 34 bracht (12 D1, 7 D2 en 13 regionaal).

Het evenement werd gekenmerkt door de diskwalificatie van US Doornik wegens hooliganisme. Dit betrof een veldinvasie na een vuistslag van een Doornikse speler naar een Luikse speler. De finale tussen Union SG en FC Brugge betekende het eerste publiekssucces, met maar liefst 4.000 aanwezige supporters.

Geen editie tussen 1915 en 1926

Zoals in veel Europese landen woedde er oorlog vanaf 1914. België was geen uitzondering op de regel en de sportwedstrijden werden begrijpelijkerwijs op een laag pitje gezet. Na de Eerste Wereldoorlog werden de wedstrijden niet hervat en bleef de beker in de kast tot het seizoen 1926-1927.

Toen werd de beker hervat, maar slechts voor één seizoen. De formule werd opnieuw veranderd en de competitie werd in twee fases verdeeld. CS Brugge wint zijn eerste beker.

Onderbrekingen in overvloed

Hoewel de Provinciale beker opnieuw werd ingevoerd tussen 1927 en 1931, werd hij voor de tweede keer onderbroken tussen 1931 en 1934. Het seizoen 1934-1935 zag de officieuze organisatie en overwinning van Daring CB.

De derde onderbreking kwam tussen 1935 en 1954, toen het geen gemakkelijke taak was om een nationale beker te organiseren die iedereen aansprak, om nog maar te zwijgen over de Tweede Wereldoorlog.

De overwinning van RC Doornik, een D2 club, leidde tot de 4e en laatste onderbreking

Tussen 1954 en 1956 werd de beker hervat dankzij nieuwe, aantrekkelijkere financiële regels. Pas in 1956 namen twee D2-clubs (RC Doornik en CS Verviers) het in de finale tegen elkaar op voor slechts 10.000 toeschouwers in Heizel.

Deze overwinning van een ‘kleine’ club stoorde de ‘grote’ clubs enorm. Als gevolg daarvan mijdden ze de beker, die opnieuw in onbruik raakte. De KBVB stemde om de competitie voor een jaar te schorsen. Deze schorsing zou acht jaar duren, van 1956 tot 1964.

Europese bekers halen de beker uit de kast

De Beker voor Bekerwinnaars hielp de Belgische Beker nieuw leven inblazen. In 1960-1961 creëerde de UEFA de Beker voor Bekerwinnaars. Dit was een Europese competitie die alle winnaars van hun respectievelijke nationale bekers samenbracht. Gemotiveerd door het idee om een club aanwezig te hebben op continentale ontmoetingen, besloot de Belgische bond in 1964 om de Beker terug uit de kast te halen.

Hun motto: een overwinning in de beker is de snelste weg naar een Europees ticket. Sindsdien vindt de Beker elk jaar zonder onderbreking plaats. Tegenwoordig kunnen alle bij de Belgische bond geregistreerde clubs deelnemen, maar nationale clubs zijn verplicht om deel te nemen.