Visma-Soudal fusie in 2024

De wielerwereld was nog vol emotie na de overwinning van Christophe Laporte op het Europees kampioenschap. En toen kwam de aankondiging van een mogelijke fusie tussen de wielerploegen Jumbo-Visma en Soudal-Quick-Step in 2024. De hoofdsponsors, Soudal en Visma, hebben naar verluidt hun goedkeuring gegeven aan de fusie. Met Richard Plugge als toekomstige CEO van de ploeg en Patrick Lefevere aan het hoofd van de raad van commissarissen. De nieuwe entiteit is van plan om haar Belgisch-Nederlandse identiteit te behouden. Ondanks een succesvol seizoen voor beide teams, met Soudal-Quick-Step dat meer dan 50 overwinningen boekte in 2023 en Jumbo-Visma dat de historische prestatie van het winnen van alle drie de Grote Rondes behaalde, lijkt deze fusie niet alleen te zijn ingegeven door het creëren van een droomteam dat alleen mogelijk is op Pro Cycling Manager, maar vooral door financiële overwegingen.

Jumbo-Visma stopt eind 2024, gunstigere horizon in 2025?

Na een verandering in het management van Jumbo heeft de groep besloten om haar strategie te herzien. En haar sportsponsoring wordt in 2024 beëindigd. Richard Plugge, manager, blijkt moeite te hebben om een solide vervanger te vinden. Hoewel het idee van een partnerschap met Saoedi-Arabië via NEOM City werd overwogen, lijkt er geen vooruitgang in te zitten. Dit ondanks de recente enorme investeringen van Saoedi-Arabië in sport. Met name met de overname van de Engelse club Newcastle en het aantrekken van talrijke internationale sterren naar de competitie.

Wat het Belgische team betreft, nadert Patrick Lefevere, die 20% van zijn team bezit, langzaam zijn pensioen. Hij wil de toekomst van zijn team veiligstellen. Zdenek Bakala, die 80% van de aandelen bezit, ontmoette het management van Jumbo-Visma in Genève. Patrick Lefevere ontkende deze informatie niet en stelde zijn personeel gerust in een e-mail die uitlekte naar de media. Er moet worden opgemerkt dat beide ploegen hun toekomst voor 2024 al hebben veiliggesteld.

Het lijkt er echter op dat er een fusiedossier is ingediend bij de UCI voor 2024. Berichten van de Nederlandse website Wielerflits bevestigen dat de fusie al volgend seizoen zou kunnen plaatsvinden. Dit geeft aan dat de twee partijen al enige tijd over deze fusie prate. Dit terwijl ze noodplannen voorbereiden voor het geval de deal niet doorgaat. Daarom blijven ze nieuwe renners contracteren voor 2024. Hoewel dit vreemd kan lijken gezien de voorgestelde fusie. Het is mogelijk dat 2025 een realistischer tijdsbestek is voor de fusie. Met name omdat het aantal renners onder contract dan zal zijn verminderd (38) en sommige sponsorcontracten aan het einde van 2024 aflopen.

Blijven de kopmannen aan boord?

In het geval van een fusie tussen Soudal-Quick-Step en Jumbo-Visma rijst de vraag of alle huidige kopmannen aan boord kunnen blijven. Tijdens de afgelopen Ronde van Spanje wist Jumbo-Visma de strijd der ego’s ternauwernood te winnen. Jonas Vingegaard hield Primoz Roglic nauwlettend in de gaten. Hierdoor was de tussenkomst van het teammanagement nodig om conflicten te voorkomen. Met de mogelijke toevoeging van Remco Evenepoel is het moeilijk te bepalen wie de kopman zou worden in de Tour de France.

Dit voedt hardnekkige geruchten over een overstap van Primoz Roglic naar Lidl-Trek, Movistar of Ineos Grenadiers. Evenals speculaties over een mogelijke overstap van Remco Evenepoel naar Ineos-Grenadiers. Zij overwegen om Pinarello eind 2025 te vervangen door Specialized. Daarnaast zijn er duidelijke spanningen tussen Remco Evenepoel en Jumbo-Visma, met uitspraken van Geraint Thomas op de Watts Occuring-podcast die wijzen op een ongunstig klimaat tussen de twee partijen. Daarnaast lijkt Jim Ratcliffe, eigenaar van Ineos-Grenadiers, nog steeds geïnteresseerd in het overnemen van de aandelen van Zdenek Bakala, meerderheidsaandeelhouder van de Belgische ploeg.

Ineos-Grenadiers en Movistar

Hoewel de teams van Ineos-Grenadiers en Movistar aanvankelijk een afwachtende houding aannamen ten opzichte van deze ontwikkelingen, zijn ze nu actiever op de transfermarkt. Ineos-Grenadiers is bezig met het verlengen van een aantal renners en het contracteren van nieuw talent (Oscar Rodriguez en mogelijk Tobias Foss). Movistar heeft zijn ploeg voor volgend seizoen bijna compleet met vijf bevestigde rekruten. Dit zijn Rémi Cavagna, Davide Formolo, Carlos Canal, Manlio Moro en Pelayo Sanchez.

Eind september waren er echter nog maar weinig ploegen die hun selectie voor volgend seizoen rond hadden. Hierdoor moesten er nog zo’n twintig renners vervangen worden. De boventallige renners hebben de mogelijkheid om een nieuwe ploeg te vinden. Maar dit kan niet worden opgelegd. Arbeidscontracten vereisen de instemming van alle drie betrokken partijen. Dit izjn de voormalige werkgever, de nieuwe werkgever en de renner zelf. Als een renner weigert zijn contract te verbreken om bij een andere ploeg te gaan rijden, dan moet de voormalige werkgever het bestaande contract nakomen. Dit kan acceptabel zijn voor een neo-prof, maar de rekening kan hoog oplopen voor ervaren renners.

Onder welke licentie?

Tot slot is het in deze imbroglio belangrijk om te weten onder welke licentie deze ploeg zou opereren. Wie zou de uitbetalende instantie zijn? Decolef, het moederbedrijf van Soudal Quick-Step (gevestigd in Luxemburg)? Of Blanco (Nederland), dat momenteel Jumbo-Visma beheert? Een derde scenario betreft de oprichting van een geheel nieuwe rechtspersoon. In dit geval zou de fuserende ploeg haar WorldTour-licentie verliezen. En zo zouden alle renners vrij zijn om zich bij een andere ploeg aan te sluiten. Te vermijden. In theorie verandert er niets voor degene die de ‘betaler’ blijft.

De bestaande contracten van de renners en het personeel worden gerespecteerd. De situatie is anders voor lopende contracten met de andere partij. Deze moeten worden beëindigd of overgedragen na een studie van de voorwaarden. In overeenstemming met de arbeidswetgeving (in dit geval Luxemburgs of Nederlands). Als de licentie bijvoorbeeld Nederlands blijft (zoals het geval lijkt te zijn), zou Remco Evenepoel vrij zijn van alle verplichtingen en zou Ineos niet hoeven te betalen voor de drie jaar contract die Remco Evenepoel nog heeft met Soudal Quick-Step.

En als de fusie voor Jumbo-Visma doorgaat?

Als de fusie doorgaat, zou er automatisch een licentie vrijkomen voor 2024. Israel-Premier Tech, dat in 2022 degradeerde naar ProTeam, zou een optie kunnen zijn, hoewel het een van de weinige ploegen is die zijn ploeg voor volgend seizoen al compleet heeft. De Uno-X ploeg, die wil toetreden tot de WorldTour, heeft interesse getoond in de Quick-Step-renner, onder bepaalde voorwaarden. Het benadrukte echter dat het alleen de licentie zou overnemen zonder enige verplichting. Het creëren van een ploeg met een bestaande structuur van renners en personeel zou niet passen in haar filosofie.

Team TotalEnergies, dat ook Specialized-fietsen gebruikt, is een andere optie om te overwegen. Op dit moment staat het op de 4e plaats in het ProTeams-klassement en zou het risico lopen om automatische uitnodigingen voor de Grand Tours en eendaagse klassiekers mis te lopen. Dat gezegd hebbende, is het belangrijk om te weten dat een WorldTour-licentie pas twee jaar nadat deze is uitgegeven kan worden overgedragen aan een derde partij, in overeenstemming met de UCI-regels. Aangezien alle huidige WorldTour-licenties zijn uitgegeven vanaf 1 januari 2023, zou het onmogelijk zijn om een licentie over te dragen aan een derde partij vóór 1 januari 2025, tenzij er speciale uitvluchten worden gebruikt. In 2021 slaagde Intermarché-Wanty-Gobert erin om de licentie van CCC over te nemen door het bedrijf van Jim Ochowicz te kopen na het eerste van de drie jaren van de WorldTour-cyclus.

Onze conclusie

Concluderend kunnen we zeggen dat er heel wat goocheltrucs nodig zijn om de magie of de vloek in 2024 te zien werken. Dit verhaal benadrukt de economische uitdagingen van het professioneel wielrennen. Hoe kan het dat een ploeg die alle drie de Grote Rondes heeft gewonnen het nog steeds zo moeilijk vindt om haar toekomst veilig te stellen?

Het centrale probleem lijkt het gebrek aan aantrekkingskracht van het professionele wielrennen te zijn. Hoewel de fusie de gecombineerde ploeg in staat zou kunnen stellen om financieel te concurreren met bijvoorbeeld Ineos Grenadiers (€50 miljoen) en UAE Team Emirates (€35 miljoen), zou het ook de economische- en sportieve dominantie van een paar teams kunnen versterken, waardoor het beste talent uit de wielersport geconcentreerd wordt in een klein aantal ploegen. Een behoorlijk demotiverend vooruitzicht.